zondag 1 mei 2016

1, 4 en 5 mei, solidariteit, strijd en vrijheid

Vandaag is het 1 mei, Internationale Dag van de Arbeid. Dag waarop internationale solidariteit en verbondenheid centraal staat. Dit jaar 2016, méér dan andere jaren stemt dat mij tot nadenken. Omdat ik meer en meer zie hoe mensen, landen, volken tegenover elkaar in plaats van naast elkaar staan. Hoe economisch kannibalisme regeert, eerlijke en oprechte arbeid en arbeiders misbruikt en uitzuigt, hoe dit leidt tot groeiende ongelijkheid tussen mensen en landen. Hoe dit de neiging om zich achter grenzen en dijken te verschuilen oproept, bang om te verliezen wat de afgelopen decennia is opgebouwd, aan rijkdom, aan waarden en normen. Meer en meer eigen volk en vooral ook eigen portemonnee eerst. Niet mijn keuze, nu niet, nooit niet.

Voor mij is 1 mei verbonden met 4 mei, nationale dodenherdenking. Herdenking van alle slachtoffers van oorlogsgeweld waar en wanneer ook ter wereld. Mensen die het leven hebben gelaten omdat ze vervolgd werden, om wie ze waren, om wat ze waren, vanwege religie, vanwege afkomst, vanwege wat dan ook en uiteindelijk dus mensen zonder toekomst. Mannen, vrouwen, kinderen.
En ook herdenking van alle mensen die gestreden hebben maar dat moesten bekopen met hun eigen leven. Om vervolgden te bevrijden van onderdrukking en uitroeiing. Om hen weer opnieuw een kans op toekomst te geven, Mannen en vrouwen die gestreden hebben vóór bevrijding, vóór vrijheid, vóór 'nooit meer oorlog'. Eigenlijk strijders voor geluk voor iedereen, gelukstrijders voor gelukszoekers.

Verhalen, verhalen...
Herdenking van die strijd is ongelooflijk belangrijk, vooral voor jongere generaties die zelf nooit onderdrukking, bedreiging en onvrijheid hebben gekend. Omdat het voor hen zo onvoorstelbaar is hoe dat is en hoeveel bloed en mensenlevens dat gekost heeft. Verhalen zijn daarbij ongelooflijk belangrijk. Verhalen, onder andere vastgelegd in boeken. Om keer op keer gelezen te worden, om je te kunnen verplaatsen in die ander, zowel in de vervolgde, de dader als de bevrijder en vrijheidsstrijder.

Ikzelf heb dit weekend het boek 'Dansen met de vijand' van Paul Glazer gelezen. Het verhaal over het oorlogsgeheim van Tante Roosje. Hoe zij als vrijzinnig, ondernemend en avontuurlijk meisje met een Joodse achtergrond ongelooflijke verschrikkingen doorstond in de tweede wereldoorlog. Letterlijk moest dansen met de vijand om te overleven. Zodat zij haar verhaal kon vertellen opdat wij, jongere generaties daarvan kunnen leren. ‘Nooit meer oorlog…’

Het meest schokkende is nog wel hoe het beeld van een Nederland, waarin verzetshelden en heldhaftig volk vaak de boventoon voeren, genadeloos onderuit gehaald wordt. Ja, er waren verzetshelden, maar daarnaast ook verraad, verachting en 'het eigen vege lijf redden'. Het stemt tot diep nadenken dat uit geen enkel aangrenzend zoveel Joden vermoord zijn als uit Nederland… Zelfs niet in Duitsland’.

Onze normen en waarden
Schokkend om te lezen hoe de Nederlandse overheid én bevolking na afloop van de oorlog omging met de overlevenden van de kampen bij hun terugkomst. Hen zelfs achterna zaten met zogenaamde achterstallige belastingen uit de oorlogsjaren, rekeningen stuurde voor een jas die uitgereikt was bij terugkomst en persoonlijke bezittingen niet terug gaf. Schokkend, beschamend. Onze normen en waarden? Tjonge jonge, niet echt om trots op te zijn en ver weg.

Trots zijn, toch?
En dan moet ik nog aan het boek Roofstaat van Ewald Vanvugt beginnen. Een boek over ons roemrijke koloniale verleden waarin we - eufemistisch gesproken - de kunst van het eerlijk handelen en delen ook niet zo goed beheersten. Die VOC-mentaliteit, waar we zo trots op zouden moeten zijn. Weet je wel...

Een toekomst, voor iedereen
Vijf mei vieren we Bevrijdingsdag. Het is jammer dat internationaal gezien zo weinig mensen deze dag samen met ons kúnnen vieren. Misschien moeten we die viering maar eens een paar jaartjes uitstellen. Er moet nog veel strijd geleverd worden voordat er van échte bevrijding en van internationale solidariteit en verbondenheid écht sprake is. En waarin de universele rechten van de mens écht gerespecteerd en verdedigd worden. Waarbij geldelijke winst ondergeschikt is aan menswaardigheid, solidariteit en verbondenheid. Want vrijheid en gelijkheid voor iedereen is van onschatbare waarde maar bepalend voor onze toekomst.





In september 2016 speelt de Somerense toneelvereniging de Speledonckers deze voorstelling in natuurtheater de Donck
Volwassenenproductie 2016: Oorlogstuig



Door: De spelersgroep van De Speledonckers
Auteur: Ans Jager (naar het boek van Tante Roosje van Paul Glaser)
Regie: Eva Stam
Productieleiding: Sander Leenders

Oorlogstuig speelt zich af tegen de achtergrond van oorlog en bevrijding in Brabant en is gebaseerd op het boek Tante Roosje van Paul Glaser.

Tijdens een bezoek aan Auschwitz ontdekt Paul Glaser in een vitrine een koffer met daarop zijn achternaam. Het raakt hem. Hij wil de geschiedenis van de koffer ontdekken en gaat op zoek in een verborgen verleden en komt op het spoor van een jonge, geëmancipeerde vrouw. Ze woont in Den Bosch, heeft dansscholen in Eindhoven, Tilburg, Den Bosch en Helmond. Ze is getalenteerd en artistiek, boekt successen en is te zien in Polygoonjournaals. Vol levenslust geniet ze op terrasjes, gaat uit eten, bezoekt concerten of bioscopen en reist naar wereldsteden om mee te doen met internationale danswedstrijden. En ze heet meestal Roosje. Maar het wordt oorlog en Roosje is van huis uit Joods....

Klik hier een link naar de website van de Speledonckers

vrijdag 7 maart 2014

Inderdaad, stop met prietpraat

Door Theo Maas, Lijsttrekker PvdA Someren

Mona Keijzer roept in de regionale dagbladen (waaronder ED, 5-3-2014) op om te stoppen met de prietpraat over de jeugdzorg door publieke figuren die daar geen verstand van hebben. Daar ben ik het mee eens. Dat hebben we in Zuidoost Brabant en in de Peel al jaren geleden gedaan. Sinds 2011 zijn we gestopt met prietpraat, hebben we de handen in elkaar geslagen en ons als gemeenten voortvarend voorbereid op de verantwoordelijkheid voor de gehele jeugdzorg. Op weg naar 1 januari 2015.

We zijn in de Peel goed bezig als het om jeugdzorg gaat. Ik heb daar als wethouder de afgelopen jaren namens college en gemeenteraad van Someren met hart en ziel aan mee mogen werken. We hebben goed onderscheid gemaakt tussen preventieve lokale jeugdzorg waarmee we ouders, kinderen en jongeren zoveel mogelijk versterken bij opvoeden en opgroeien. Daarvoor hebben we in Someren pasgeleden nog de nota Integraal Jeugdbeleid vastgesteld, unaniem en met veel waardering van de gemeenteraad. Een krachtig en goed lokaal jeugdbeleid helpt om een gezond, stimulerend en veilig opvoedklimaat te realiseren en zoveel als mogelijk vragen van ouders en kinderen over opvoeden en opgroeien op te lossen als het nog vragen zijn en niet uitgegroeid zijn tot (grote en meer structurele) problemen.

Jeugdhulp dichtbij

In de Peel hebben we de samenwerking gezocht en gevonden als het gaat om de uitvoering van jeugdhulp. Want ook al heb je nog zo’n goed preventief jeugdbeleid, er zullen zich altijd situaties voor blijven doen waarbij gezinnen in de problemen kunnen komen. Zo kunnen (v)echtscheidingen, overlijden van naasten en andere stressvolle gebeurtenissen in het leven soms meer vragen van mensen en gezinnen dan ze aankunnen. Begrip, hulp en ondersteuning van je omgeving is dan onontbeerlijk, maar helaas niet altijd voldoende. Het is onze verantwoordelijkheid als gemeente om dan met goede professionele hulp daaraan ondersteuning te bieden. Dichtbij, makkelijk bereikbaar, in samenhang en in samenspraak met de ouders.

Professioneel als het moet

Terecht wordt ook gewezen op de noodzaak
van professionele hulp en opvang als kinderen te maken hebben met psychische ziekten of beperkingen. Die hulp moet van hoge kwaliteit zijn en is daarmee vaak duur. Die hulp moet niet langer dan nodig, maar zeker niet korter dan noodzakelijk beschikbaar zijn. En ook hier geldt dat deze hulp zoveel als mogelijk in het gezin en de eigen leefomgeving geboden moet kunnen worden. Alleen als het echt niet anders kan, bijvoorbeeld omdat de veiligheid van het kind in het gedrang is, moet opvang buiten het gezin geboden worden. Als het kan bij een pleeggezin, als het niet anders kan in een gespecialiseerde jeugdzorginstelling. Hiervan kan ook sprake zijn als gevolg van een rechterlijke uitspraak. En hiervoor maken we op de schaal van de 21 gemeenten in Zuidoost Brabant afspraken met aanbieders. Daarmee zijn we volop bezig.

Op weg naar verbetering

Zo hebben we op elk niveau de juiste schaal gevonden. Met aanbieders groot en klein, lokaal en regionaal en als het nodig is landelijk, lopen de voorbereidingen en gesprekken om tot afspraken te komen. Op de eerste plaats om te zorgen dat wie nu zorg krijgt of nodig heeft dit ook in het overgangsjaar 2015 krijgt. En daarop aansluitend om de jeugdzorg daadwerkelijk te hervormen. Want dat was wel de aanleiding natuurlijk, we waren zacht gezegd niet tevreden met de jeugdzorg zoals die zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Met onnodig veel indicaties, bureaucratie en niet te vergeten: met stigmatiserende labeltjes voor teveel kinderen en jongeren. En die labeltjes brengen niet altijd oplossingen, maar brandmerken kinderen soms wel voor de rest van hun leven.

Uitstel biedt geen uitkomst

En zijn we er klaar voor? Halen we 1 januari 2015? Wat mij betreft heb ik daar veel vertrouwen in. Dat wil niet zeggen dat ik geen zorgen heb en achterover kan leunen. Geenszins, we moeten de komende 9 maanden nog volop aan de slag. Maar met de voortvarendheid die ik in de afgelopen jaren heb gezien en ervaren durf ik te zeggen dat wij in Someren en in de Peel op de goede weg zitten. En ja, de onduidelijkheid met betrekking tot de beschikbare budgetten geeft risico’s, daar moeten we de ogen niet voor sluiten. Maar die risico’s worden niet kleiner door verder uitstel. Integendeel, verder uitstel schaadt juist het belang van hen waar het eigenlijk om moet gaan: onze kinderen en jongeren.

Geen ultieme garantie

Kan ik garanderen dat er geen gezinsdrama’s meer zullen plaatsvinden? Neen, die garantie kan ik niet geven, evenmin als dat het huidige stelsel of welk stelsel dat kan. We leven immers in een wereld waarin het leven lang niet altijd naar wens en langs de lijnen van perfectie verloopt. Als mensen zullen we moeten dealen met alle drama’s die het leven in zich heeft. Naast vele mooie dingen trouwens ook.


Dus, stoppen met prietpraat van welk publiek figuur dan ook, zodat we door kunnen werken. 

zaterdag 11 mei 2013

Diederik of Sander, of Diederik en Sander


Ik zal er morgen 12 mei 2013 niet bij zijn, de Politieke Ledenraad van mijn Partij van de Arbeid in Utrecht. Niet omdat ik me niet verbonden voel met het onderwerp: de strafbaarheid van illegaliteit, maar omdat ik dit weekend mijn 30-jarige verbinding met mijn vrouw aan het vieren ben in Brussel. En toch, het laat me niet los, juist ook omdat ik me verbonden voel met Sander Terphuis en ook met Diederik Samsom. Wordt het morgen Diederik of Sander, of weten we onze waarden te verbinden met onze idealen.

Ik was er wel bij tijdens het laatste congres in Leeuwarden. Samen met vier leden van mijn afdeling Asten-Someren hadden we die dag de lange reis naar Leeuwarden gemaakt. Samen hebben we ook gesproken en getwijfeld over hoe we zouden stemmen. Tot op het laatst kwamen we daar niet echt uit. Bij het pleidooi van Sander stonden we net als praktisch iedereen bovenop de stoelen. Wie kan ertegen zijn, het sluit zo aan bij onze idealen van verbinding, verheffing en solidariteit. Juist met de allerkwetsbaarste mensen, in dit geval zij die volgens onze wetgeving illegaal in ons land verblijven. Illegaliteit en vooral de strafbaarstelling duwt hen richting misbruik, criminaliteit, richting afgrond met alle gevoelens van uitzichtloosheid en angst. Het gevoel niet door iemand, maar door een hele samenleving afgewezen te worden. Daar kunnen we nooit in berusten.

Maar ook de speech van Diederik raakte me in mijn sociaal democratische hart. Daar staat hij dan, onze hoop van 2012. De man die ons sinds dat voorjaar meer gebracht heeft dan wie dan ook op dat moment durfde te hopen. De man ook die ons in december 2012 om een mandaat heeft gevraagd om met het regeerakkoord inclusief de strafbaarstelling, aan de slag te mogen gaan. En dat mandaat hebben we gegeven. Dat vertrouwen hebben we gegeven, een vertrouwen dat ook wij niet mogen beschamen. Ook dat is staan voor onze waarde.

Wat me het meeste raakte was, dat hij daar alleen stond, niet alleen letterlijk, maar vooral figuurlijk. En sinds dat moment laat het me maar niet los. Hoe kan het toch dat wij, onze Partij van de Arbeid, met verbinding als een van onze belangrijkste waarden, onze politiek leider zomaar alleen zetten. Waarom laten we ons door onze idealen zo verblinden dat we onze waarden uit het oog dreigen te verliezen. Is het niet zo dat onze idealen ons richting moeten geven in plaats van dat ze ons blokkeren?

Verbinding en vertrouwen zijn mijn beide Leitmotieven die mij door mijn politieke leven leiden. Ik voel verbinding met onze Tweede Kamerfractie, ik ben trots op wat zij samen met Diederik, ook in het vluchtelingendossier hebben weten te bereiken. Ik deel met hen de zorgen en pijn dat we daarbij nog niet alles binnen halen wat we graag zouden willen. Maar ik ben ervan overtuigd dat zij alles wat binnen te halen was ook binnengehaald hebben. Onder andere het kinderpardon en het feit dat hulp aan illegalen niet meer strafbaar is. Bepaald geen kleingeld zou ik zeggen. En zeker meer dan wij vorig jaar hadden durven hopen.

Daarnaast vertrouw ik erop dat dit compromis geen eindpunt, maar een tussenstand is. Ik sluit me aan bij de voorstellen zoals Sander Terphuis die in zijn aangekondigde motie voor morgen heeft verwoord, richtinggevende voorstellen om aan te blijven werken. Ik vertrouw op onze politiek leiders dat zij de komende jaren al wat mogelijk is zullen doen om stap voor stap dichter bij een verdere verbetering van ons vluchtelingenbeleid te komen.

Ik wil onze Tweede Kamerleden en politiek leiders echter ook de ruimte en vertrouwen geven om hieraan de komende jaren te werken en niet als te realiseren eis voor dit moment opleggen. Daarmee werken we onszelf in de nesten, tonen we ons geen betrouwbare regeringspartner en prijzen onszelf uit de markt om in de toekomst met welke partij dan ook te kunnen samenwerken. En nog erger, we lopen het risico dat de winst die we ook op het vluchtelingendossier kunnen binnenhalen weer gaan verliezen. Daar zijn wij als partij niet bij gebaat en al helemaal de vluchtelingen, legaal of illegaal ook niet.

Ik vertrouw erop dat morgen, 12 mei 2012 een dag wordt waarop we als Partij van de Arbeid onze idealen opnieuw kunnen verbinden met onze waarden. Zodat we niet hoeven te kiezen tussen Sander of Diederik maar het beste van beiden kunnen verbinden. Dat is wat onze partij sterk en sociaal kan maken. Dat is de partij waar ik voor wil gaan en staan en waar ik trots op ben.

Ik wens iedereen morgen een heel goede bijeenkomst toe.

Theo Maas
PvdA Asten Someren



woensdag 26 december 2012

Vanzelfsprekend...


Door Theo Maas
Een van de vragen die in een interview van Xandra Schutte met Keklik Yucël gesteld wordt is: ‘Hoe zorg je dat de huidige en volgende generaties de waarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit op waarde weet te blijven schatten aangezien ze steeds minder bewust zijn van de strijd die het heeft gekost om ze te verkrijgen.’ In dit artikel wil ik daar graag verder op ingaan.

Wat vanzelfsprekend aanwezig lijkt te zijn is moeilijk op waarde te schatten. Keklik Yucël (Tweede Kamerlid voor de PvdA) geeft dit zelf in haar interview met Xandra Schutte al aan. Daar waar haar vader het niet vanzelfsprekend vond dat hij en zijn gezin welkom waren in Nederland en hier konden werken en onderwijs kregen, net als autochtonen, ervoer Keklik juist ongelijkheid doordat haar vader daar richting Den Uyl zijn dankbaarheid voor toonde. Hoezo zou je daar dankbaar voor moeten zijn?

Zo zijn er meerdere voorbeelden waaruit blijkt dat datgene wat vanzelfsprekend aanwezig lijkt te zijn, z’n waarde lijkt te verliezen en daarmee ook het besef dat die zogenaamde vanzelfsprekendheden elke keer weer opnieuw bevochten moeten worden. Dat ze bewustzijn, inzet en volharding blijven vragen.
Enkele voorbeelden op verschillende niveaus en thema’s:

Vrijheid om te stemmen
stembiljet

In het verleden in Europa, in Nederland zo sterk bevochten. Letterlijk met bloed zweet en tranen veroverd, verloren en weer heroverd. Pas 90 jaar geleden in Nederland is het algemeen kiesrecht voor alle Nederlanders zeker gesteld, althans voor de time being. Bij gemeenteraadsverkiezingen is het Nederlanderschap geen eis, daarvoor hoef je ‘slechts’ 5 jaar legaal inwoner te zijn. (In het nieuwe regeerakkoord wordt dit verhoogd naar 7 jaar.) In 1970 is de opkomstplicht afgeschaft.
 
Bij de laatste verkiezingen sprak ik met allochtonen uit verschillende internationale conflictgebieden waaronder Afghanistan en Egypte. Vol ongeloof waren zij dat mensen de kans lieten lopen hun stem uit te brengen. Vol ongeloof omdat zij in hun land van herkomst zelf ervoeren wat het betekent om geen stemrecht te hebben, geen vrijheid te kennen om een mening te hebben, deze te laten horen, zich te verenigen, zich politiek te manifesteren. Zij gaven aan stemrecht niet zonder verantwoordelijkheid te beschouwen.
Bij een van de vorige verkiezingen ben ik voorzitter van een stembureau geweest. Wat mij opviel was dat sommige allochtonen maar ook ouderen, hun zondagse kleren aantrokken om hun stem uit te brengen, daarmee de waarde onderstrepend die zij hechten aan het uitbrengen van hun stem, aan hun recht én hun vrijheid om te stemmen.

Solidariteit
In 2011 had de Sociale Volksverzekeringsbank als thema voor hun jaarcongres: ‘Solidariteit en Sociale Zekerheid: kunnen we het nog wel uitleggen?’ In het voorwoord van een gelijknamige uitgave ter gelegenheid van het jaarcongres schrijft voorzitter Erry Stoové in de eerste alinea: ‘Hebben we nog een gemeenschappelijk gevoel bij onze samenleving? Hoe saamhorig zijn we anno nu? Een fascinerend thema, solidariteit.’ Solidariteit verbindt hij direct met gemeenschappelijk gevoel en saamhorigheid.
Juist de afgelopen weken, na de verkiezingsuitslag, de formatie en de presentatie van en discussie rondom het regeerakkoord ben ik eerlijk gezegd meer gaan twijfelen aan de aanwezigheid én kracht van het gemeenschappelijk gevoel en saamhorigheid. Kiezers die bij de coalitiepartijen meteen weer weglopen omdat zogenaamd verkiezingsbeloften gebroken werden en hun portemonnee harder geraakt of minder beloond werd dan beloofd was. Hun vraag was wellicht niet, solidariteit hoe kan ik eraan bijdragen, maar solidariteit hoe blijf ik buiten schot. 

Diederik Samsom is terecht teleurgesteld dat hij zo weinig mails heeft ontvangen over de korting van één miljard op Ontwikkelingssamenwerking. Terecht wordt ook opgemerkt dat échte solidariteit niet alleen in middelen voor ontwikkelingssamenwerking zitten, maar nog veel meer in eerlijke handel waarbij strak gehouden wordt aan onder andere internationale afspraken over eerlijke arbeid en duurzaamheid. Waarin landen niet leeggeroofd worden en geen zaken worden gedaan met regimes die democratische rechten van hun inwoners niet erkennen. En als dát staat, is het zelfs de vraag in hoeverre middelen voor ontwikkelingssamenwerking nog nodig zijn. Het is juist het gebrek aan solidariteit, gebrek aan respect voor mensenrechten, milieu en duurzaamheid die ontwikkelingssamenwerking noodzakelijk maken.

In navolging van Joop den Uyl; Twee dingen goed begrijpen…
Ten eerste: het CDA heeft de neiging om compassie en solidariteit te verwarren. Compassie is iets wat je hebt maar wat niet noodzakelijkerwijs aanzet tot, activeert. Compassie slaat op jezelf, jij hebt ergens of van iemand last waardoor je met dat vervelende gevoel van medelijden wordt opgezadeld. Solidariteit activeert echter en gaat daarom ook verder, solidariteit vraagt beweging, actie, inzet. Compassie biedt hooguit een aalmoes, vroeger bijvoorbeeld in de vorm van het inzamelen van zilverpapier. Solidariteit streeft naar gelijkwaardigheid.

De VVD gaat nog verder, zij individualiseert solidariteit: wie solidair wil zijn geeft zelf maar aan een goed doel, dat regelt zichzelf wel. De VVD ontkent daarmee de verantwoordelijkheid van een samenleving, vermaakt de overheid tot een gedehumaniseerd instituut. Ik daag hen uit om hun tweede V niet alleen voor zichzelf, maar ook voor anderen, niet alleen voor ons land maar ook voor andere landen in te vullen. De V van Vrijheid die staat voor gevrijwaard zijn van misbruik van macht en kapitaal om de ander te onderdrukken en uit te buiten. De macht van de markt om niet mensen, vrijheid en gelijkwaardigheid te dienen, maar te ondermijnen. De macht van de ongecontroleerde markt om een samenleving kapot te maken.

Ten tweede: Is solidariteit hetzelfde als broederschap? ‘Liberté, egalité et fraternité’ heet het motto van de Franse revolutie te zijn. Bijzonder is, dat in de loop van de tijd dit z’n varianten heeft gekend (onder Napoleon gold de leuze "la Nation, la Loi, le Roi" (de Natie, de wet, de Koning), of "Union, Force, Vertu" (Eenheid, Kracht, Deugd), en tijdens de Duitse bezetting in de Tweede Wereldoorlog werd het vervangen door "Travail, famille, patrie" (Werk, familie, vaderland) door maarschalk Pétain). Broederschap gaat voor mij verder dan verwantschap van broers en/of zussen. Broederschap staat voor mij gelijk aan gekozen verwantschap, zich verbonden weten met en vandaaruit zich solidair weten met.
De vraag die ik me stel is of de grondleggers van het motto Liberté, egalité et fraternité bewust deze termen ook in deze volgorde hebben gezet. Vrijheid als voorwaarde voor gelijkheid, als voorwaarde voor broederschap? Met andere woorden, kun je pas invulling geven aan solidariteit als vrijheid en gelijkheid verankerd zijn?

Aan de andere kant zie je dat ervaren onvrijheid mensen verbroedert, kijk maar naar de Arabische Lente waarin het streven naar en de strijd voor vrijheid mensen verbindt en verbroedert. Bijzonder ook om te constateren dat dáár de solidariteit gevonden wordt in het streven naar een gezamenlijk belang en dat híer solidariteit juist ter discussie staat omwille van het eigen belang.

Tjonge, deze constatering roept veel vragen op. Met name over de ingang die we hebben te vinden om het belang van solidariteit uit te leggen, te motiveren, te onderbouwen. Blijkbaar gaat het daar mis en niet zo’n beetje ook. En kom ik weer uit bij de vraag die de SVB zich ook al stelde. ‘Solidariteit en Sociale Zekerheid, kunnen we het nog wel uitleggen’. Of anders gesteld: ‘(Internationale) Solidariteit en (internationale) Sociale Zekerheid, hoe gaan we dat en blijven we dat uitleggen.
Hebben we daarbij niet veel meer aandacht te besteden aan het zogenaamde ‘welbegrepen’ eigen belang. Is dat eigen belang nog wel ‘welbegrepen’. Hoe kunnen en moeten we dat ‘welbegrepen’ eigen belang niet continu veel duidelijker verbinden in onze politieke boodschap.

Hoe kunnen we huidige maar vooral ook komende generaties voor wie verworvenheden van onze sociaal democratische politieke idealen als vanzelfsprekend ervaren worden; meer als een recht dan als resultaat van eigen verantwoordelijkheid, eigen inzet, eigen bloed, vlees en tranen gezien wordt; als iets dat je kunt claimen in plaats van aan moet bijdragen beleefd wordt; hoe kunnen we die huidige en komende generaties niet alleen overtuigen van maar ook medeverantwoordelijk maken voor de realiteit én noodzakelijkheid dat vrijheid, gelijkheid en solidariteit pas waarde krijgt als je het zelf waarde geeft. Door op de eerste plaats, ongeacht je leeftijd, je sociale status, je afkomst of toekomst eraan bij te dragen en op de tweede plaats er ongeacht je leeftijd, je sociale status, je afkomst of toekomst er sober gebruik van te maken. Omdat je respect hebt voor degene die bijdraagt. Ook dat is solidariteit. Omdat je weet dat het niet vanzelfsprekend is en elke keer opnieuw bevochten moet worden. Omdat je weet dat een samenleving niet zonder jou kan. 

Vanzelfsprekend…

donderdag 6 september 2012

Ik ben Björn en ik heb talent

kaft 'Ik ben Björn, deel 1


Ik ben Björn, deel 1. Een veelbelovende titel van een bijzonder boek. Er zijn tenslotte niet zoveel kinderen van bijna 13 jaar die een boek schrijven. Er zijn nog minder kinderen van bijna 13 die meteen ook deel 2 aankondigen. Een boek over jezelf, over je familie, je school, over je hobby’s, over wie je bent, wat je goed kunt, waar je hulp bij nodig hebt, wat je leuk, vervelend of moeilijk vind. Een boek waarmee niet alleen Björn zichzelf beter heeft leren kennen, maar waarmee ook anderen Björn beter kunnen leren kennen. Soms vergeet ik bijna dat Björn Downsyndroom heeft.



Ik kén Björn, een beetje, al verschillende jaren. En ik geniet van onze ontmoetingen, zijn onverwachte e-mailtjes, sms’jes en facebookberichten. Zo kreeg ik eens een mailtje: “geachte wethouder, kun jij een taxi voor mij regelen, want ik moet volgend jaar naar de Berkenschutse in Heeze. Of kun jij mij wegbrengen, want ons pap moet werken, en ons mam ook.”
Ik geniet van zijn talenten en soms van zijn nukken. Ik geniet van zijn hartelijkheid en gezelligheid.

Met een gouden randje

Talent is er volop, in Someren, in Nederland, in Europa. We genieten er volop van. Hier in Someren hebben we nog niet zo lang geleden Mink van der Weerden kunnen huldigen, zilveren medaillewinnaar bij de Olympische Spelen in Londen, Olympisch topscoorder bij het hockey, zilver met een gouden randje dus.

Talent is er ook bij de paralympics die op dit moment plaatsvinden. Uit onze buurgemeente Asten doet daar de 26 jarige John Swinkels aan mee. Hij heeft na een ongeluk motorische beperkingen als gevolg van een hersenbeschadiging. Dat weerhoudt hem niet om het sportieve talent dat hij al had uit te buiten en zich opnieuw naar een hoog niveau te voetballen.

Verheffing en talent Voor de Partij van de Arbeid heeft talent én talentontwikkeling van mensen altijd al hoog in het vaandel gestaan. Vroeger noemden we dat ook wel eens verheffing. Een ouderwetse term maar met onverminderde kracht en waarde.

Ieder mens heeft talent. Als PvdA kiezen we ervoor dat ieder mens er recht op heeft dat talent zich kan ontwikkelen. Op de eerste plaats om daarmee voor jezelf te zorgen en eigen verantwoordelijkheid te dragen. Maar daarnaast ook om met dat talent bij te dragen aan je eigen omgeving, aan een sterke en sociale samenleving. We kunnen het ons niet veroorloven om talent ongekend en onbenut te laten. We spreken mensen ook áán op hun talenten en hun vermogen om dat te ontwikkelen. Talent, net als adel verplicht.

Ieders talent telt

'dan ben ik net zo als iedereen,
héééééé'l gewoon en met
véééééé'l talent!!!
Als Partij van de Arbeid investeren we in ieders talent, met goed en toegankelijk onderwijs, dat oog en oor heeft voor de diversiteit van talenten van kinderen. Onderwijs dat ook aan kan sluiten wanneer de ontwikkelingen van dat talent meer of speciale aandacht vraagt. Ruimte dus voor passend onderwijs, liefst in de eigen omgeving, en als dat nodig is in een speciale omgeving.

Björn heeft de afgelopen jaren de ondersteuning gekregen om zijn talent te ontwikkelen. Van zijn ouders, zijn zus, zijn begeleiders, zijn familie. Zijn basisschool, De Diamant heeft hem alle ruimte en ondersteuning gegeven om samen met kinderen uit het dorp hier te kunnen opgroeien. Zij verdienen daar een groot compliment voor. Nu gaat hij naar de Berkenschutse in Heeze om verder te leren en te groeien.

Arbeidsmarkt
Ook op de arbeidsmarkt investeren we om ieders talent in te kunnen zetten. Met goed voorbereidend-, beroeps-, en wetenschappelijk onderwijs als basis. Met goede participatievoorzieningen voor als het nodig is, met ondersteuning van werkgevers én werknemers zodat zij elkaars talent kunnen versterken en samen kunnen werken aan een innovatieve en sterke bedrijven en economie.

Kracht lokale samenleving Hier in Someren investeren we om talenten van mensen in te zetten voor verenigingen, clubs, bij vrijwilligerswerk en ondersteuning van mantelzorg. Zoals gezegd, we kunnen én willen het ons als lokale samenleving niet veroorloven om talent onbenut te laten.

Björn en Mink Ik ga ervan uit dat Björn zich verder zal ontwikkelen tot een gewoon lid van onze mooie gemeente. Ik ga ervan uit dat hij werk in wat voor vorm dan ook kan doen dat van waarde is, gezien en gewaardeerd wordt. Dat hij mee kan doen met clubs en verenigingen waar zijn eigen interesse ligt. Ik hoop dat hij Mink van der Weerden tegenkomt bij de hockeyclub waar Björn ook lid van is. Kunnen ze elkaar tips geven hoe je kunt werken aan leren, kunt werken aan de ontwikkeling van je talent. En hoe je anderen kunt laten genieten van je talent.

Het boek ‘Ik ben Björn deel 1’ overhandigen Björn en ik jullie graag. Helaas hebben we nog maar één exemplaar beschikbaar. Het boek is namelijk uitverkocht. De belangstelling is groot. En terecht.

Samen werkt beter Laat het boek jullie inspireren om ook vanuit Den Haag te blijven werken aan goede randvoorwaarden waarbinnen talent van mensen altijd te ruimte krijgt om ontdekt en ontwikkeld te worden. Dat is een basis voor een eerlijke, sterke en sociale samenleving. Daar werken we samen aan, lokaal en landelijk. Want we weten het maar al te goed: Samen werkt beter.

Theo Maas PvdA Someren


(tekst geschreven voor de overhandiging van het boek 'Ik ben Björn, deel 1' aan kandidaat kamerleden voor de Partij van de Arbeid tijdens hun campagnebezoek aan de Peelgemeenten Someren, Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Laarbeek en Helmond op 7 september 2012)

zaterdag 21 juli 2012

Welke winst pakken we?


Kan de maximumsnelheid op de A2 naar 130 km per uur. Gisteren was deze discussie volop in het nieuws. Was eerder met A2 gemeenten de afspraak gemaakt dat 100 km de maximumsnelheid was. Nu wordt door VVD en CDA op die afspraak teruggekomen. Neen, zo werd geredeneerd, de afspraak was niet gericht op beperking van de maximumsnelheid maar op de geluids- en milieubelasting. En als voortschrijdende techniek die belasting terug weet te dringen geeft dat ruimte. Toch?


Op meerdere fronten zien we dezelfde discussie terug die in mijn ogen voorbij gaat aan de essentie. Een essentie die ik met name verwacht terug te vinden bij partijen die regelmatig spreken over duurzaamheid, over rentmeesterschap en over ‘schulden’ niet aan toekomstige generaties nalaten. Een essentie die bij de PvdA leidend is. Minder milieubelasting en beleid dat gericht is op een schone leefomgeving voor iedereen. Ook in de buurt van snelwegen en ook in gebieden met (intensieve) landbouw.



Daarom lijkt mij dat winst die door technologische innovaties binnengehaald kan worden niet moet worden verbruikt door het verruimen van aantallen of verhogen van snelheden. Winst moet wat mij betreft leiden tot verbetering van kwaliteit van leven en dus vooral, tot minder belasting van toch al overbelaste ecologische systemen.

Ook op gebied van intensieve landbouw. Slimmere technieken moeten niet leiden tot nog meer productie, maar tot minder belasting van het milieu en minder bedreiging van de volksgezondheid. Dat lijkt me, is pas écht rentmeesterschap, dát is pas echt duurzaam en verantwoord beleid. 

En dat overstijgt wat mij betreft toch echt het belang van 3 minuten tijdwinst die verhoging van de maximumsnelheid tussen Vinkeveen en Utrecht oplevert. 

vrijdag 20 juli 2012

Vrijheid sterker dan angst


Een jaar geleden, zondag 22 juli is het een jaar geleden. Een vakantiedag, een kleine 20 graden, nauwelijks neerslag. Een dag als vele anderen. Tot dat kort voor half vier in Noorwegen twee aanslagen de datum 22 juli definitief z’n zwarte rand zouden geven. Een bomaanslag in Oslo en twee uur later het bloedbad op het eiland Utøya, de thuishaven van de jongerenafdeling van de Noorse Arbeiderspartij. In totaal zijn er 77 slachtoffers waaronder 69 kinderen. Het antwoord van de Noorse samenleving is indrukwekkend.

De motivatie die de dader noemt voor zijn daden vinden z’n oorsprong in angst; angst voor vervuiling van de Noorse samenleving door immigranten, angst voor verlies van traditionele Noorse waarden, angst voor islamisering. De Noorse samenleving is in shock, zovele slachtoffers, zoveel naasten die achterblijven in verbijstering en verdriet, zoveel ongeloof en onbegrip.

Over grenzen
En de verbijstering gaat over de grenzen van Noorwegen heen. In de hele Europese samenleving wordt meegeleefd en meegerouwd. Op hoog niveau; staatshoofden, regeringsleiders en ook de voorzitters van de Europese Raad en Europese Commissie betuigen hun medeleven met het drama dat deze terroristische daad teweeg heeft gebracht. Maar ook op individueel menselijk niveau werd ongelooflijk massaal meegeleefd met de hele Noorse samenleving. Het aantal berichten via social media was ongekend. Noorwegen wist zich niet alleen, alle Noren wisten zich niet alleen.

Koning Harald tijdens zijn toespraak
Ik houd vast
Koning Harald sprak in een tv-toespraak indrukwekkende, emotionele en emotionerende woorden: ” ik houd vast aan de overtuiging dat vrijheid sterker is dan angst. Ik houd vast aan het geloof in een open democratie en de Noorse samenleving. En ik houd vast aan het geloof in ons vermogen om vrij en veilig te wonen in ons eigen land.”

Regenboog
Het antwoord, niet alleen van Koning Harald, maar van de hele Noorse bevolking is ongelooflijk sterk. Ongelooflijk sterk vasthoudend aan de kernwaarden van een open, transparante, sociaal democratische samenleving. Dat werd nog eens onderstreept met de demonstratie van meer dan 40.000 Noren op donderdag 26 april. Zij zongen, begeleid door Lillebjørn Nilsen op een ukelele het kinderlied ‘Kinderen van de regenboog’. (
link naar lied en Engelse vertaling)

Terugdenken met verdriet én bewondering
Zondag is het 22 juli en denk ik terug aan een jaar geleden. Maar ik denk nog meer terug aan het sterke antwoord van de hele Noorse samenleving. Dát is een samenleving waaraan ik ook in Nederland wil werken, waar ik voor wil gaan en staan. Een samenleving waarin niet angst de weg leidt naar individualisme, isolationisme, protectionisme en separatisme, maar een samenleving waarin, voor iedereen die daar deel van uit maakt er respect en gelijke kansen zijn. Een samenleving ook waarin iedereen de schouders eronder zet, daartoe wordt ondersteund én ook op wordt aangesproken. Want samen máken we die samenleving, zoals de Noren het afgelopen jaar hebben laten zien dat ook zij samen voor die samenleving staan. Indrukwekkend, een voorbeeld voor velen. Zondag denk ik terug met verdriet voor wat gebeurd is, en met bewondering voor het antwoord wat daarop gegeven is.

Theo Maas
19 juli 2012